zondag 21 juli 2019

Ik postte de reeks al eerder op facebook, maar nu kun je het ook hier lezen. Zeven keer een kort verhaaltje over een boek, dat op de een of andere manier belangrijk voor mij is (geweest). 

1: de Bijbel.




Stukgelezen heb ik dat boek vol schitterende verhalen. Als kind was ik er verzot op en ja hoor, ik geloofde het allemaal zonder voorbehoud: de engelen, aartsengelen, de angeli et archangeli, de heiligen, martelaren, het brandend sprekende braambos, Jezus en andere doden die herrezen, de heilige Geest met zijn zwangermakende lichtstralen, de duivel en zijn slinkse bekoringen; ach, voor een kind in een Zuid Limburgs dorpje had het leven in die dagen een vanzelfsprekende magische glans.
‘s Avonds in bed heb ik me eindeloos in slaap gelezen, mijn ogen bedorven, (volgens mijn vader), maar gelukkig dus niet mijn blanke zieltje.

Wat heb ik meegeleefd met het volk Israels, dat voortdurend maar gramschap opwekte in de ogen van de nogal hoge eisen stellende Heer, met de aanbiddingen van het gouden kalf en Babylonische afgodsbeelden, met mannen die aanlagen bij mannen en andere zoete zonden.
Elke lezing weer hoopte ik dat Jezus zijn pijnlijke lot nog net zou ontlopen, dat de Joden niet Barabas maar Hem zouden vrijlaten, dat God- net als bij Abraham en Isaac- op het laatste moment zou ingrijpen in weer zo’n merkwaardig zoon-offer of dat de Romeinse heidenen plotseling zouden inzien wat voor historische vergissing ze begingen met Zijn kruisdood. Die ons witwaste van de erfzonde, dat dan weer wél.

Het was niet dit hier afgebeelde zware boek met de originele tale Kanaäns, dat ik las. Nee, het was een uitgave met een geactualiseerd taalgebruik, met (of moet ik zeggen zonder) hele passages die waren weggelaten. Of voorzien van katholiek commentaar. Want vergeet niet: wij katholieken deden niet aan Bijbellezing. Dat deed de Kerk voor ons. Zodat wij goed wisten hoe we de dingen moesten zien.
Dus niet zoals die ketterse protestanten (tien huizen verderop bij ons in de straat woonde ‘zo’n gezin’). Die hadden hun eigen contact met God: via de Bijbel. En die ergerden zich op hun beurt weer aan onze paapse kermisketterijen, die de Heere een gruwel waren.

Dag mooie oude Bijbel. Intussen weet ik hoe jouw verhalen zijn ontstaan, veranderd, bijgeschaafd en gemanipuleerd. Ja, dat hele beeld van Gods Woord ligt hier nu stuk en kapot voor me.
Maar toch… dank je wel voor al die geschiedenissen uit een onbekende wereld, voor je taal en je moraal, voor eindeloze uren magisch leesgenot. Jij schonk me een wijsheid, die ik ook elk kind van nú toewens.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Bedankt voor je reactie!