7
Een halfwin pachter en een win/win-huwelijk op Krekelberg.
Krekelberg. (Dank, Jannie Vogels...)
Hoe ver ben ik inmiddels met mijn onderzoek?
Even kort: in de stamboom aan moederskant (Kallen) van mijn liefie
Marlies vond ik een verhaal over de 16-jarige Anna Raedermeckers, die in 1721
met haar bijna 2-jarige zoontje in Schinnen aankomt. Daar overlijdt haar zeven
jaar oudere vriend.
Elf jaar later is Anna peettante van Anna Witmaeckers, de dochter
van de veldwachter van Schinnen. Die laatste wordt in 1733 ontslagen en in 1743
gewurgd als bokkenrijder.
In 1736 trouwt Anna met Andreas Kallen, een halfwinpachter op de
hoeve-met-aanzien Krekelberg. Andreas is dan net een half jaar weduwnaar van Catharina Schiffelers en zit nu 'met zes
kinderen op de hals'.
Ik ga nu proberen te achterhalen hoe Anna zo sterk kon stijgen op
de maatschappelijke ladder in de dorpshiërarchie van Schinnen. Van een
kansloze, veel te jonge alleenstaande moeder met een pasgeboren kindje, die
verkeerde in een bokkenrijdersmilieu, tot boerin op een hof met aanzien, hoe heeft ze dat voor mekaar gekregen?
Intussen heeft Paul Potten ontdekt waar Anna is geboren: niet in Hombourg, zoals we tot nu toe dachten, maar in Meckenheim
bij Bonn, in het Rijnland. We weten nu ook het jaar (1704) en wie haar ouders
zijn.
Hoe kan het dan dat zoontje Joes in Hombourg gedoopt is?
En dat pastoor Petri zeker wist, dat ze in 1721 vanuit Hombourg naar Schinnen
kwamen?
Geen idee.
Geen idee.
Paul heeft ook ontdekt dat Anna’s eerste man, Jean Piron,
familie had in Meckenheim.
‘Jos, het zou dus
goed kunnen zijn dat Jean naar Meckenheim is gegaan om via familie daar aan
werk te komen, dat hij daar ergens de dan 14-jarige Anna is tegengekomen en
haar heeft zwanger gemaakt”, schrijft Paul.
Hoe ze dan vandaaruit in Hombourg terecht zijn gekomen,
weten we dus niet.
Toevallig (ja, daar heb je
dat rare toeval weer) is er rond deze tijd in Noorbeek een familiereünie van de
Limburgse tak van de familie Kallen. Daar spreek ik onder andere uitvoerig met
Fien Delion, geboren Kallen, die als kind is opgegroeid op de kasteelboerderij
van Terborgh in Schinnen.
Daarnaast krijg ik van
verschillende kanten materiaal toegestuurd. (Dank, Heiko Rauch, Emile Kallen,
Wim Kallen en Fien Delion…)
Andreas blijkt even oud te zijn als Anna en van Duitse komaf. Zijn voorvaderen bewoonden in Neuss bij
Düsseldorf de Kanonichenhof (Kanunniken-boerderij), die ze pachtten van een
wereldlijke kloosterorde voor tugendhafte
adellijke dames.
Die hof bestaat nog steeds, maar is inmiddels verbouwd. Andreas is –als enige van acht kinderen, niet geboren in Neuss, maar (waarschijnlijk) in Metternich.
Waarom en hoe hij in
Schinnen is terechtgekomen, heb ik niet kunnen achterhalen. De streek rond
Neuss was destijds speelbal tussen de grootmachten, het waren onrustige tijden,
misschien was dat de oorzaak? Hij was ook niet de oudste zoon, dus dat maakte
de kans klein, dat hij de boerderij na de dood van vader Engelbert in 1721 zou
kunnen overnemen.
In 1724, twintig jaar oud
trouwt hij in Maastricht met de dan 25 jaar oude Catharina Schiffelers, dochter
van de pachter op Krekelberg, die sterft in 1734. Vanaf dat moment nemen
Catharina en Andreas de pacht over.
‘Het was een groot gebouw met eikenhouten getimmerd en
met lemen vakwerk, geheel met stro bedekt, merkwaardig door zijn oudheid en op
laatst door zijn bouwvalligheid. In 1890 werd de hof geheel in steen vernieuwd.
Bij de sloop van het oude gebouw werd een ondergrondse vluchtplaats ontdekt.
Vanuit een ondergronds hol met een middellijn van circa 3 meter en een hoogte
van 2 meter ging een kruippijp in de richting van de achter de woning geleen
waterput. (Bron: Bijdrage tot de geschiedenis van de voormalige heerlijkheid
Schinnen van H. Pijls).
De welstand van een halfwinpachter is niet
vanzelfsprekend. De helft van de tarwe-, gerst-, boekweit-, haver- en
bonenopbrengst is voor de grondbezitter, gravin Elisabeth de Ligne ‘en die
eigenaren pakken zich altijd de beste helft natuurlijk’.
De opbrengst van de
vruchten, de weien, boomgaarden en beemden en het stro zijn dan wel voor de
pachter, maar voor die gronden moet pacht in geld worden betaald: 30 Luikse
guldens per hectare. Onderhoud aan huizing, schuur, stallingen en afrastering
is ook allemaal voor rekening van de pachter.
Ze zeggen wel dat
de pachtbedrijven meestal groter zijn dan de eigen bedrijven, maar de pachter
heeft van wat hij overhoudt veel nodig voor het onderhoud van zijn gezin en het
instandhouden van het bedrijf. En dan is er die eeuwige onzekerheid of de
grondeigenaar de pacht verlengt na zo- en zoveel jaar en natuurlijk de
concurrentie met andere pachters. (Dank,
José Hautvast-Kaelen…)
Het is vooral het
grote landoppervlak van bijna 60 hectare dat Krekelberg welvarend maakt.
Catharina en
Andreas krijgen zes kinderen. In 1725
wordt hun eerste geboren, in 1735 hun zesde.
Het jaar daarop, op 29 mei
1736 sterft moeder Catharina. Ze is pas 37. Haar eigen moeder, die na
het overlijden van haar man nog op Krekelberg woont, sterft tien dagen later.
Dat moet een ramp zijn geweest. Opeens
zat Andreas op de grote hof Krekelberg alléén met zes kinderen. Het oudste
meisje is 11 jaar, de jongste,zoon Henri, nog geen 1 jaar. Hoe vaak ben ik dat nou
al tegengekomen: jong stervende ouders, die een schare kinderen achterlaten voor
hun achtergebleven eega?
De positie van weduwnaars –en vooral van
weduwen- was in die tijd niet sterk. En dat terwijl de dood overal rondwaarde. Neem
het jaar 1747. Dan vindt op 2 juli
in Lafelt vlakbij Maastricht een veldslag plaats tussen 85.000 Fransen
en 150.000 geallieerden.
Dat zijn dus bij elkaar tweehonderd en dertigduizend soldaten!
Er vallen 16.000 doden.
Zestienduizend doden...
Maar de dood stelt zich ook tevreden met kleinere porties. In september en oktober van hetzelfde jaar 1747 is er een dysenteriegolf in
Schinnen. Er sterven in zes weken 52 mensen, de overleden kleine kinderen niet
meegeteld.
Type
|
Personen
|
Feit
teksten |
Scan1
|
Scans
|
||||||||
Schinnen
|
05-10-1747
|
|
||||||||||
Schinnen
|
05-10-1747
|
|
||||||||||
Schinnen
|
05-10-1747
|
|
||||||||||
Schinnen
|
05-10-1747
|
|
1747 eodem Catharina Smeets ex Putt.
|
|||||||||
Schinnen
|
05-10-1747
|
|
1747 eodem Joannes Meijers maritus.
|
|||||||||
Schinnen
|
05-10-1747
|
|
Enkele overledenen aan de dysenteriegolf in Schinnen in 1747
Mannen hertrouwden sneller dan vrouwen.
Een belemmering voor een tweede huwelijk was de negatieve houding van de
samenleving –en vooral van de kerk- ten opzichte van het hertrouwen van
weduwen.
De kerk had drie rechtvaardigingsgronden
voor het huwelijk.
Ten eerste moesten er tijdens het huwelijk
veel kinderen voortgebracht worden.
Ten tweede konden de partners elkaar
wederzijds steunen.
Ten derde diende het huwelijk voor de
inperking van 'de lusten van het vlees'.
Deze rechtvaardiging gold echter niet voor
een tweede huwelijk. Enkel de wederzijdse steun was dan nog van toepassing. De
kerk was dan ook geen voorstander van een tweede huwelijk, vooral niet van
weduwes. Ze werden gehekeld omdat ze kennelijk hun lusten niet konden
bedwingen.
Hertrouwen bij weduwnaars was meer
geaccepteerd. Zij konden de zorg voor de kinderen gebruiken als reden voor een
tweede huwelijk. Mannen werkten immers niet in het huishouden.
(Dank Jan van Tiggelen, http://www.tiggelen.net/nl/artikelen/artikelen/geschiedenis/families-en-huwelijken-in-de-periode-1700-1900/all-pages...)
Andreas heeft snel en praktisch
gehandeld: een half jaar na het overlijden van zijn vrouw Catharina, hertrouwt hij op 16 oktober 1736 met de
weduwe Anna Raedermeckers. Zij trekt samen met haar zoon Joes, die dan 17 jaar is, in op Krekelberg.
Andreas en Anna zijn allebei 32 jaar.
Paul Potten doet een interessante suggestie:
"Zou het niet kunnen zijn dat Anna is getrouwd met Andreas, om zo voor elkaar te krijgen dat haar Joes kon gaan studeren voor priester met het geld van Andreas? In ruil daarvoor nam zij dan zijn zes kinderen onder haar hoede?"
"Zou het niet kunnen zijn dat Anna is getrouwd met Andreas, om zo voor elkaar te krijgen dat haar Joes kon gaan studeren voor priester met het geld van Andreas? In ruil daarvoor nam zij dan zijn zes kinderen onder haar hoede?"
Ja, dat zou de tweede
prachtige herhaling zijn in het verhaal: eerst Anna als moeder van een onwettig
kind, precies als haar schoondochter Treesje. En dan nu het geld voor de priesteropleiding,
eerst die van pastoor Petri, waarvoor de familie Piron krom ligt - en nu Anna
Raedermeckers met een financiële huwelijksstrategie om datzelfde doel te
bereiken.
Paul doet fraaie suggesties. Daar kan ik als romanschrijver vast wel iets mee. Maar hoe zit het feitelijk met zijn vermoeden: dat
Andreas en Anna een soort zakelijke huwelijksruil hebben gedaan: jij zorgt voor
mijn zes minderjarige kinderen en ik betaal de priesterstudie van jouw zoontje?
Het is niet onmogelijk, want niet elk huwelijk was in die
tijd gebaseerd op liefderijke genegenheid, maar vooral een manier om te
overleven.
Er is in ieder geval één ding zeker: Andreas had het geld
om gul te kunnen zijn.
Ik vind in een notarisacte:
Op
21 augustus 1741 verkopen Adam Cremers x Maria Schoffelen hun huis, hof,
mesthof en weide te Doenrade, groot 207 roeden aan Andreas Callen als weduwnaar van Cath.
Schiffelers, nu gehuwd met Anna Raedemakers voor 1130 gulden, 14 stuivers. (LVO
1850 bank Oirsbeek).
En in 1742 voldoet Andreas een schuld van 400 gulden van Adam Cremers
aan Maria Gadé.
Ik denk niet dat we hier alleen maar aan ruimhartige naastenliefde
van Andreas moeten denken, maar het bewijst in ieder geval wél dat hij geld
had.
Verder blijft de verhouding tussen Andreas en Anna niet alleen maar
puur zakelijk: ze krijgen nog twee zonen. De eerste is Andreas in 1737.
Doopacte Andreas Kallen filius (de zoon)
De conclusie kan geen andere zijn dan deze: Anna beweegt zich opeens in de hoogste kringen van Schinnen.
Maar een ‘hard’ antwoord op de vraag
hoe ze dat voor elkaar heeft gekregen, krijg ik maar niet.
Dat zal waarschijnlijk helemaal aan
mijn fantasie worden overgelaten. Ja, er wordt toch wel heel veel aan mijn
fantasie overgelaten in dit verhaal.
Volgende week in mijn laatste blog: over Anna’s ruzie met pastoor Hoen en haar overlijden in Sittard.
Volgende week in mijn laatste blog: over Anna’s ruzie met pastoor Hoen en haar overlijden in Sittard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Bedankt voor je reactie!