maandag 11 maart 2024


                         'Moedig, overtuigend en prachtig geïllustreerd'.

Een recensie door Louis Heinsman van mijn in 2022 bij Waanders Uitgevers verschenen boek ‘Opeens geen grenzen meer - angst, geweld en haat bij Duitse mannen na de Eerste Wereldoorlog’.


Jos Bours beschrijft en analyseert in dit boek het Duitsland dat in 1918 de Eerste Wereldoorlog verliest, de daaropvolgende revolutionaire maatschappelijke ontwikkelingen, het verraad door de leiders van de SPD en de daarop volgende ontwikkelingen die uiteindelijk uitmonden in verkiezingsoverwinning van Hitlers NSDAP in 1933.
Een belangrijke kracht van het boek ligt in de minutieuze beschrijving van de ‘Werdegang’ van de SPD en met name van haar leiders Friedrich Ebert en Gustav Noske. Zowel de steun aan de Duitse oorlogsinspanningen, als (vooral) de zeer onsmakelijke rol in het neerslaan van de massale arbeidersopstanden aan het eind van de oorlog met behulp van de reactionaire vrijkorpsen. Waar veelal de nadruk in deze periode wordt gelegd op de rol van opposanten tegen dit beleid -vooral belichaamd in de martelaren Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht- zoomt Jos in op beide ‘Genossen’, op hun achtergrond, op hun carrière binnen de arbeidersbeweging en op de keuzes die ze maken op het moment dat de macht hen in de schoot wordt geworpen. Op de cruciale 9 november 1918 zelfs van uur tot uur. Een van zijn hypotheses is dat voor Ebert en Noske in en na de oorlog niet alleen politieke overwegingen een rol speelden maar vooral angst een voorname drijfveer was, vooral de angst voor chaos.
Dit aspect van het boek is al voldoende reden om het te kopen.
Nog belangrijker vind ik echter de poging van Jos te analyseren hoe een substantieel deel van de Duitse samenleving vervreemd is geraakt van alle democratische ontwikkelingen en daarmee mede de weg vrijmaakt voor de komst van het fascisme. Met name zijn ontleding vanuit de angsten, onzekerheden, obsessies van een bepaald soort jonge mannen is heel overtuigend en goed onderbouwd. Hij beperkt het niet tot de ‘binnenwereld’ van genoemde vrijkorpsleden, maar betrekt er ook zijn eigen held Bertolt Brecht in. Hiervoor beschrijft hij de ontwikkeling van een aantal kernfiguren (inclusief Adolf Hitler) en is hij diep gedoken in literaire en andere artistieke producten, waarin hij geweldfantasieën, verzet tegen vaders, vrouwenhaat en een geïdealiseerde ‘Heimat’ tegenkomt. Onder andere maakt hij daarbij gebruik van romans en andere publicaties in de jaren ’20 van een aantal vrijkorpsofficieren. Dat alles prachtig geïllustreerd met afbeeldingen van o.a. Otto Dix, George Grosz en Oskar Kokoschka (overigens is het hele boek uitgebreid voorzien van illustraties – zoals te verwachten bij uitgeverij Waanders).
Ten slotte betrekt Jos heel moedig in een korte persoonlijke epiloog zijn analyse van de ‘Männerphantasien’ (een term van Klaus Theweleit) ook op zijn eigen binnenwereld en vooral op de vraag waarom hij zoveel jaren later geboren in een Zuid-Limburgs dorp nog zoveel herkende in die jonge mannen in en na de Eerste Wereldoorlog.


 

donderdag 18 januari 2024

  

'Er komt oorlog!'


‘Er komt oorlog.’

In het najaar van 1939 valt Rusland Finland binnen. Het is Stalins plan om in twee weken door te marcheren naar Helsinki, maar dat wordt een fiasco. De Russen lijden nederlaag op nederlaag tegen de dapper strijdende Finnen. En toch winnen ze. Ze kunnen door het eindeloos aanvoeren van verse troepen en het opvoeren van zware luchtaanvallen en bombardementen op dorpen en steden de Finnen uiteindelijk eronder krijgen. De parallel met de huidige oorlog in Oekraïne is verbijsterend.                                                                      


De oorlog eindigt na 105 dagen in het voorjaar van 1940. Finland moet Karelië afstaan, een strook grond aan de Finse oostgrens. 95.000 Finse jongemannen verliezen in die 105 dagen het leven, 5% van de mannelijke bevolking. Veel kinderen groeien op zonder vader.

‘Er komt oorlog.’ Dat zijn woorden die ook vandaag in Europa steeds minder onvoorstelbaar zijn. Wie zich afvraagt wat die drie woorden aan angsten, ontkenningsmechanismen en praktische afwegingen en daden kunnen oproepen, leze de zeer fijn geschreven roman ‘De tijd van de winteroorlog’ van Eeva Kilpi. Zij woont met haar vader, moeder en jonger zusje in Karelië en is aan het begin van de roman 11 jaar, een meisje met een bijzondere opmerkingsgave. Haar leeftijd versterkt dat talent.

‘Vlak vóór de puberteit, dat is de tijd dat een mens ‘alles’ begrijpt zoals een toeschouwer dat doet. Op zo’n leeftijd ben je onderworpen aan de wereldgeschiedenis en overgeleverd aan de spelingen van het lot, maar nog niet aan driften en normen. Het is de mens op zijn vrijst voordat de seks je tot een drugsverslaafde maakt.’

Eeva is een wat eenzaam kind, ze heeft een ongemakkelijke verhouding met haar moeder en projecteert haar verlangens van verbondenheid en gezien-worden op de vaak afwezige vader. Ze spiedt en speurt en ziet hoe volwassenen omgaan met dat merkwaardige fenomeen ‘oorlog’ en beschrijft gedetailleerd wat dat in haar teweegbrengt. Dat begint al met die drie woorden: er komt oorlog. Haar vader spreekt ze uit ‘met een stem, die voor ons kinderen nieuw is. Hij richt zich tot moeder alsof wij kinderen er helemaal niet bij zijn.’ Zo herinnert ze het zich. Zo was het. Of toch niet?

                ‘Zei vader dat zinnetje nou of was het toch moeder?

In fraaie beelden beschrijft ze hoe grillig herinneringen zijn.

‘Ze voelen eerst solide en duidelijk, maar wanneer je ze aanraakt, zijn ze plotseling broos en breekbaar als gedroogde planten in een oud herbarium.’

Het duurt even voordat de mensen de oorlog in zichzelf toelaten. Ze proberen zo lang mogelijk hun normale leven voort te zetten.

'Wat doen we de volgende dag (nadat de oorlog daadwerkelijk is uitgebroken)? We gaan bijvoorbeeld eten zoals we daarvóór al deden. Dat middel werd tot op het laatst ingezet, om niet te zeggen met zachte dwang, om het leven zijn natuurlijke gang te laten gaan. ‘

Eeva ziet het haarscherp en noteert fijntjes de menselijke tegenstrijdigheden en geweldsdrang.

‘Moeder maakt zich klaar om naar Viipuri te vertrekken. Daar wordt een jas van eekhoornbont voor haar gemaakt. () Driehonderd eekhoorns hebben hun leven mogen geven onder heel normale vredesomstandigheden, opdat moeder tot een van Hiitola’s best geklede vrouwen kan worden gerekend. () Aan de muur naast de deur hangen op planken gespannen vossenvellen te drogen. () Vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.'

Eerst blijft de oorlog nog op afstand.

‘Met vader luister ik naar het kanonnengebulder in de verte. Een deel van mij staat daar nog naast hem te luisteren. Ik ben nog even een klein meisje, ik ben nog een kind, ik heb mijn huis en mijn ouders nog en besef nog niet dat God niet naar mijn gebeden luistert.’

 Ze spelt de kranten: ‘Abessinië veroverd. Addis Abeba. Albanië. Is de oorlog zich in de volgorde van het alfabet gaan uitbreiden?’                                                               



Maar dan is aan de bombardementen niet meer te ontkomen. Ze noteert dat uitgerekend het huis van de  schoenmaker wordt getroffen. Hij is een gerespecteerde en onmisbare persoon in het dorp - en toevallig communist. Dat nu juist een bom juist op zijn huis moest vallen.... Maar nu is de oorlog ook echt een feit en wordt de familie gedwongen geëvacueerd.

‘De evacuatie. Moeder sloeg met ons kinderen op de vlucht. Dit alles, het binnenkomen van die mededeling, de informatie, de beslissingen, het organiseren, het uit elkaar gaan, het vertrekken en de kilometerslange reis naar een dorp in een bos, voltrok zich binnen een paar uur. En ik herinner me er niets van. Ik kan niet uitleggen waarom niet, want ik ben overal bij geweest. () Angst roept beelden op die komen en dan weer wijken. () Vader zwaait met zijn hand, zoals hij altijd doet en wendt zich van ons af met de rugzak over zijn andere schouder. Ging het echt zo?

Ze komen in een dorp terecht in een huis vol ‘grote mensen’, vooral vrouwen, die ze namen geeft als schoonzustante, jongetante, zieketante, adventistentante en luitenantoom. En iedereen speelt toneel. Ze voelt dat de volwassenen toneelspeelden, of ze nou blij zijn of  verdrietig. Dat maakte haar onrustig. Toch gelooft ze 'dat ze in hun hart oprecht waren, ze  wisten gewoon niet hoe ze zich anders moesten gedragen.'

Af en toe breekt ook hier op kleine schaal een oorlog uit. Haar moeder maakt een scène  omdat ze een tante ervan verdenkt haar bunzingstola te hebben verwisseld met de hare. Oorlog maken gaat haar beter af dan knuffelen en aanhalen.  

‘Ik hou niet van dat aanhalige gedoe'. 'Maar zou het niet fijn zijn, als je af en toe geknuffeld werd? plaagde jongetante. 'Zo is mijn man niet', zei moeder met een stem alsof ze een natte dweil in jongetantes gezicht had willen smijten.’

Op 26 februari 1940 worden ze weer gesommeerd te vertrekken. Ze komen in een huisje in een bos terecht.

Hiitola, Elisenvaara en Käkisalmi worden doorlopend gebombardeerd, ‘maar ik herinner me er niets van. Dat ergert me. Ik zou zin hebben aan mijn geheugen te vragen: waarom? Waarom zijn kleine, onbetekenende details goed bewaard gebleven, maar de grote gebeurtenissen, die ons leven omver wierpen, vergeten () Het lijkt of alles leeg, gevoelloos en dood is op de plekken waar ik zoek naar angst en levendige herinneringen.  () Het lukt me slechts schaduwen van de gebeurtenissen waar te nemen omdat mijn geheugen heeft geweigerd toe te voegen aan mijn opslagplaats van levenservaringen.’

Ze vrezen helder winter weer want dan komen er bombardementen van Russische vliegtuigen. De bewegingen van het Noorderlicht zijn voor hen de gebeden van het Finse volk die door het hemelruim op weg zijn naar hun eindbestemming. Slechts een enkeling die niet naar de wapens grijpt, zwerft van huis tot huis en verkondigt openlijk dat ‘gij zult niet doden’ en absoluut gebod is dat geldt voor beide buurlanden en ook voor dieren. Maar om hem wordt slechts geglimlacht, mensen geven hem melk te drinken die nog warm is van de koe. Op school zingen de kinderen patriottische liedjes

Nu vertrekken wij / en mikken tussen de ogen van Iwan /  tussen de ogen, tussen de ogen / tussen de ogen van Iwan jaja.

 Maar als ze tegen de juffrouw zegt dat ze van deze  Karelische Jagersmars een couplet weglaat, dat ik haar vader had horen zingen: ‘Laten we de lijken plunderen, anders blijven we arm achter’.- staart de onderwijzeres haar sprakeloos aan. 'en niets is zo moeilijk te verdragen als stilte op een moment dat je een bemoedigende reactie verwacht.'

De dagen rijgen zich aaneen. Bewolkte dagen en dagen met helder winterweer. 

‘Als Finland verliest, komen we allemaal in Siberië terecht’.

Opeens is de oorlog voorbij. Naar Siberië hoeven ze niet, terug naar huis kúnnen ze niet: Karelië is nu Russisch. Een tragedie. Haar herinneringen aan dat moment zijn tekenend voor de gevoelvolle fijnzinnigheid van deze roman:

‘Geen enkel gevoel van shock of van een zenuwinstorting, geen teleurgestelde kinderziel, geen verwijt aan Gods hardhorigheid. Daarentegen een bizar tafereel in de keuken, waar een huilende moeder haar schoonmoeder om de hals valt.’                                                               

                                                                        Eeva Kilpi

Eeva Kilpi, de tijd van de winteroorlog. Een herinnering aan mijn kinderjaren. 1989. ISBN 9789079873128. Uitgeverij Wilde Aardbeien, 2022. Vertaling: Maria Falenius en Frank Hendriks.

De tijd van de winteroorlog is het eerste deel van Kilpi’s autobiografische oorlogstrilogie. Deel 2 verschijnt in maart 2024.

 


zaterdag 23 december 2023

 

HEERLIJKE TAALVERHASPELINGEN

 

In 2023 verzamelde ik een aantal taalverhaspelingen, zoals die via de media tot mij kwamen. Ik plaatste ze op Facebook. Enkele lezers voegden er het hunne aan toe.

Lees mee en geniet!

                                                                


Op zo’n moment wil je de schouders om iemand heenslaan.

Dat staat op het netvlies gegrift.

Het statement omhelst alles

Ik denk met alle respect dat Jordi het ontzettend goed doet

Over etiquette:  'Als je ergens gaat dineren met kerstmis, kijk hoe iedereen zich gedraagt en gedraag je daarna.'

De prijzen stijgen de pan uit.

De wond op de zere plek leggen.

Je hebt hier van alles te vinden.

Voor die man heb ik meer als respect.

Kun jij dat over je hart verdragen?

Dan zie je hoe de vlag ervoor staat.

Ze zitten dringend te springen om mensen.

Dit is de plek waar mijn roots vandaan komen.

Ergens met de pet naartoe zwaaien.

En God sprak dat het goed was.

De supporters snellen zich richting stadion.

Ja, maar dat is wél de manier hoe het gaat.

Dat heeft veel impact op mij gemaakt.

De oprit is door de regen helemaal blank komen te lopen.

Hij wist zich aan de boot vast te klammen.

Duitsland heeft Frankrijk over de schreef getrokken.

Dat werkt je helemaal in de kaart.

Hier zullen we nog jaren van nadromen.

De bevalling moet wel een beleving zijn, waar je helemaal achter kan staan.

Die lepelt dat zo uit haar mouw.

Hij staat met mond in de meel te praten.

We accepteren niks meer aan.

En dat wordt dan gewijd aan mijn staaroperaties.

De vinger op de open wond leggen.

Je kent 100% een liedje van hem.

Dat moet aan de waarheid komen!

Tot tranens toe geroerd.

Dat stuit tegen verzet.

Dat verwacht ik niet, denk ik.

Die vraag blijf ik in gebreke.

Dat ligt als een steen op de maag.

Dit springt er echt bovenuit.

Ik merkte dat tijdens het maken van dat proces.

Die tonen zijn zo hoog dat we dat niet met onze blote oren kunnen horen.    

Dat legt de druk wel hoog neer.

Ze vielen elkaar in de haren.

Dat heeft hij aan den levende lijve ondervonden.

Ik zeg: gewoon wat minder geld erheen naartoe.

Al gaande de weg besefte ik het opeens

Die keuze hebben we al een tijdje geleden genomen.

Ik heb besloten het te laten schenken aan het Utrechts Archief

Die datum stond ergens in mijn hoofd

Er wordt een heel nieuw team gesmeden.

Ik hoop dat de herinnering aan hem nog vele jaren nagedragen zal worden.

We zetten een stip op de horizon die we willen behalen.

Daar heb ik mijn jeugd grootgebracht.

Genotslozen… nee, wacht, ik zeg het verkeerd. Ik bedoel lotgenoten.

Als je ziet wat voor les wij destijds hebben betaald!

In Marokko word je op handen en voeten gedragen.

Dat stadion zijn we inmiddels wel gepasseerd.

We willen het zekere voor het zekere nemen.

Ik kan niet aan één hokje vast blijven hangen.

We moeten samen de krachten bundelen.

Ik heb flink in de geldbuidel moeten zakken.

En al dat soort dergelijke dingen.

De meeste trainers interesseren zich niet achter de persoon.

We hebben de nodige bomen omgekapt.

Waarom noem je dan je beroep niet op?

Ik blijf dat niet aan de gang zeggen.

Groeit de crisissituatie je naar je hoofd?

Ik was recent geleden op bezoek in jullie winkel.

Om tien uur druppelden de spelers naar binnen.

Het publiek beloonde hem op een ovationeel applaus.

We moeten allemaal een stapje meer geven.

Veel jonge mensen benemen zich van het leven.

Er zijn honderden schapen teniet gegaan.

Ik sta hier niet voor Jan Lol.

Ze maakten voortdurend onpasselijke opmerkingen.

Dit beeld refereert naar de Piëta.

Laat dit een voorbode zijn van wat ons nog brengt in de toekomst.

Bij de PvdA moest de gewone man opgeheven worden.

Het is nu te vroeg om hier een conclusie aan vast te trekken.

Ik denk dat we dit onder ogen moeten nemen.

Ik zie zon aan het einde van de horizon.

Joris is het meest betrouwenswaardige gezicht van de omroep.

Dat ideaal is helemaal naar de achtergrond verdwenen.

RTV Utrecht stuurde mij ook push- up berichten.

Qua financieel gaat het met veel mensen niet goed.

Er hangt een heel groot stigma over ons krakers.

Nederlanders delven het achterspit.

Hoe gek zijn we dan doorgeslagen?

Omtzigt is de enige die het voortouw kan opnemen.

Er wordt echt wel laagdrempelig over boeren gepraat.

Wat betekent dat in zijn algemeniteit?

Hij heeft een flinke reis achter de benen.

Ze blijft maar onverstoord doorgaan.

Die asielzoekersoverlast gun ik geen enkele gemeente toe.

Hart en ziel hebtie erin gestoken.

Dat is vers op mijn dak.

Maar dat is niet opgepikt door Mandela’s opvolgelingen.

Hennie de Jong zette de voorzitter het Instituut Kunstzinnige Vorming onder vuur.

De reis naar Armenië heeft een diepe indruk op ons gelaten.

Bij een loodgieterswoning in Vlaardingen ging een explosie af .

Wandelen of fietsen met de zeewind om je haren! Ecktiv reizen.

Die bladzijde wil Overmars achter zich laten.

Je moet als politicus wel een schildpaddenhuid hebben. 

Een nieuw kabinet? Ik heb er goede hoop in.

Arbeidsmigranten zijn een oplossing tegen de vergrijzing.

In Nederland moeten we aan een keurslijf lopen.

We hebben met kiespijn ons ouwe huisje leeggeruimd.

Dat beeld wekt emoties los.

Netflix en die streamers leggen het niveau behoorlijk hoog neer.

Dan moet je toch op zoek naar de oorzaak erachter.

Heel ingewikkeld, maar uiteindelijk toch correct: 'Maar de beslissing staat zoals die is genomen zonder VAR.'

'Het lijkt me moeilijk je hand te haven als vrouw in de voetbalwereld'. 

Bij de Top2000 a gogo hoorde ik: 'Leo, we zitten met het hele café om jou heen gekluisterd.'

Minister Kuipers wees erop 'dat de coronacijfers verder omhoog stijgen.'

Jan Egelmeers hoorde diezelfde minister Kuipers spreken over 'problemen die niet bij de huisarts terecht horen.'

Jan noteerde ook: ‘Dat komt me zo niet binnen.’

En: ‘Wij hebben steen en been moeten vechten.’

En dat kamerlid van Baarle zei: ‘Laat dat even op ons inzinken.’

En dat Wilders ‘het hart op de riem wilde steken.’

Anita Suylen hoorde een onderwijzeres over een hoogbegaafde leerling zeggen: ’Die capaciteiten heeft ze dik en dwars.’

En een clusterdirecteur (!) sprak tegen een collega over de betreffende onderwijzeres: ‘Het is goed dat we haar terug blazen.’

Nelly Lausberg-van Os schreef me: 'Leuk Jos. Die uitspraken zullen zeker hoge ogen scoren! Haha.

En ik hoorde op de radio een voetbaltrainer zeggen: het is een optelling van teleurstelling.

René Schwab complimenteerde me: 'Heel goed, Jos, dat je dit niet allemaal ongemerkt voorbij laat passeren.'

René hoorde ook: 'Sorry! Een vergissingsfout.'  

En hij waarschuwt ons dat ‘resultaten in het heden, géén toekomst geven aan het verleden.’

Willem Meeuwsen schreef: ‘Wij als taalpuristen gruwelen hiervan!’

Een dag later hoorde hij iemand zeggen: ‘Op deze kaart kun je zien hoe de treinen lopen.’

Dorothea van der Gun maakte me attent op deze vergelijking: ‘Als die net zo lief is als jou.’

En Toon van de Rijt hoorde een (typsch Zuid Limburgse?) ziekte langskomen : 'Hij heeft een ziekte aan de ruggenmergel.'

Dicky Roeleveld hoorde een vrouw zeggen: ik ben een beetje zwanger.

Frits Criens noteerde: ‘Het is allemaal een brug te veraf.’

Arjen Brouwer is optimistisch over de wellevendheid van de jeugd. Hij hoorde: ‘Zal ik u voorbij gaan laten passeren, meneer?'

Chris Giebels noteerde dat Omtzigt wel degelijk duidelijk is over zijn politieke koers, immers ‘Omtzigt neemt de uitgestoken arm aan. ‘

En hij hoorde ook ‘dat het recht zijn loop moet krijgen'.

En ‘dat op dat moment mijn hart sneller ging stromen.’

Arno Ross las in de Gelderlander dat de heer Oubaha, eigenaar van 23 horecazaken een horecamagneet werd genoemd. 

Lisette Tillmans hoorde deze dialoog: ‘Waarmee speel je het liefste?’ ‘Met mijn broertje.’

Vivian Spiertz schreef me naar aanleiding van de uitdrukking ‘die datum stond ergens in mijn hoofd’: ‘Dat is voor beelddenkers een waarheid als een kalf.’

Verder hoorde ze ‘dat er voor de kabinetsformatie nog diverse beren uit de weg geruimd moeten worden.’

En dat ‘de geur van koffie van de Douwe Egbertsfabriek op het oog niet zo vies was.’

Frank Bokern las dat een inwoner van Ter Apel zei; ‘Wij zijn het afvalputje van Nederland.’

Hij maakte me ook attent op een persbericht: ‘Samen met andere organisatie werkt Envida aan nieuwe oplossingen voor de toenemende vraag naar ouder worden.’

Clara Schouten hoorde een dakloze tegen de interviewster zeggen: ‘Zo raak ik van de regen in de drup.’ Waarop de interviewster hem corrigeerde: ‘U bedoelt zo kom je van de wal in het schip.’

En tenslotte de mooiste van allemaal – en die is al een paar jaar ouder. Ik hoorde oud- PvdA-voorzitter Hans Spekman op de televisie zeggen: 'Job Cohen, dat is een in- en integere man.'